Tien jaar klinkt misschien ver weg, maar vanuit het oogpunt van financiële planning moet je soms wat verder vooruitkijken. Dat geldt bijvoorbeeld voor huiseigenaren die genieten van de hypotheekrenteaftrek.
Dit heeft te maken met een politieke maatregel die in 2001 is doorgevoerd. Toen is bepaald dat de hypotheekrenteaftrek voor maximaal 30 jaar geldt. Deze maatregel wordt echt voelbaar op 1 januari 2031, dus over tien jaar. Voor een deel van de huiseigenaren met een hypotheek kan dit serieuze gevolgen hebben voor de netto maandlasten van hun hypotheek.
Hypotheekrenteafrek en eigenwoningforfait
Eerst even over hypotheekrenteaftrek zelf. Voor de eigen woning geldt dat je jaarlijks aan de ene kant het eigenwoningforfait hebt. Dat is een percentage van de WOZ-waarde van je huis dat je moet optellen bij het belastbare inkomen in box 1. Hier staat tegenover dat je onder voorwaarden de betaalde hypotheekrente mag inzetten om het belastbare inkomen te drukken. Als het bedrag aan aftrekbare rente hoger is dan het bedrag van het eigenwoningforfait dan betaal je uiteindelijk minder inkomstenbelasting.
Maximaal 30 jaar hypotheekrenteaftrek
Maar wat zijn nu de gevolgen van die maximale termijn van 30 jaar voor de hypotheekrenteaftrek? De meeste hypotheken hebben immers een looptijd van precies dertig jaar. Als je binnen die periode de hypotheek helemaal kan aflossen, is er eigenlijk niets aan de hand. Dit geldt in principe voor annuïtaire en lineaire hypotheken, waarbij je tijdens de looptijd al aflost. Bij oudere spaarhypotheken geldt dat je in beginsel tijdens de looptijd een spaarpot vult die aan het eind wordt gebruikt om de hypotheek af te lossen.
Waar zit dan het probleem? Er zijn grofweg twee situaties waarbij de maximale termijn van de hypotheekrenteaftrek een probleem kan vormen.
In het eerste geval gaat het om tussentijdse aanpassingen van lopende hypotheken, bijvoorbeeld bij een verhuizing. Als je bijvoorbeeld een tien jaar oude hypotheek bij een verhuizing in 2011 hebt aanpast en opnieuw koos voor een looptijd van 30 jaar, dan heb je de totale looptijd opgerekt naar 40 jaar. In dat geval kan het zo zijn dat je vanaf 2031 de laatste tien jaar geen hypotheekrenteaftrek meer krijgt.
Een tweede categorie waar het verlies van de renteaftrek een rol kan gaan spelen, betreft aflossingsvrije hypotheken. Hierbij los je gedurende de looptijd in principe niet af.
Voor aflossingsvrije hypotheken die vóór 2013 zijn afgesloten, geldt dat die recht houden op de hypotheekrenteaftrek, maar dat recht vervalt na 30 jaar. Als huiseigenaren op dat moment onvoldoende spaargeld hebben en ze willen met een nieuwe hypotheek de oude aflossen, geldt er voor die nieuwe hypotheek geen renteaftrek.
Neem als voorbeeld een aflossingsvrije hypotheek van 200.000 euro met een rente van 3 procent. De bruto maandlast is dan 500 euro. Als het aftrekpercentage 37,1 procent bedraagt, komt de netto maandlast uit op ongeveer 314,50 euro (als we er van uit gaan dat het eigenwoningforfait wordt verrekend met een ander leningdeel). Op het moment dat de hypotheekrenteaftrek vervalt, schiet de maandlast omhoog naar het bruto bedrag van 500 euro.
Het kan dus geen kwaad om op tijd te checken hoe het plaatje voor de netto hypotheeklasten eruit kan zien over tien jaar. Dit geldt dus vooral als je tussentijds aanpassingen hebt gedaan aan een hypotheek en/of een relatief hoge aflossingsvrije hypotheek hebt. Als je bij pensionering een substantieel lager inkomen verwacht, is er extra reden om je financiële situatie goed in kaart te brengen.
Voor deze en heel veel andere aanleidingen ben je meer dan welkom om een vrijblijvend gesprek aan te vragen bij Nimma Hypotheken.